Berichten

Wat is daarop uw antwoord? Een haka?

Edith van Bommel

 

Onder de indruk was ik van de fans van IJsland en Wales. Het – na verlies – vieren van hún overwinning. Tot waar zíj gekomen waren. In hún context. Afgezien van het feit, dat je überhaupt over geweldig talent beschikt als je deelneemt aan het EK en in de laatste ronden belandt.

Vieren en er uiting aan geven. Culturen hebben daar rituelen voor. Zo werd de IJslandse haka (klap & ‘Oeh!’) tijdens het EK een hit. Maori’s uit Nieuw-Zeeland voeren haka’s (een ceremoniële dans) uit, maar ook op Samoa en Fiji kom je ze tegen.

Men probeert door een neertrekkende beweging de kracht van de goden vanuit de hemel naar beneden (in de krijger) te trekken. Men varieert in gezichtsuitdrukking, zoals het tonen van het oogwit en een lange tong.

De bekendste haka is de Ka Mate, die al jarenlang door het Nieuw-Zeelandse rugbyteam, de All Blacks, vóór het begin van iedere wedstrijd wordt uitgevoerd.

Ten onrechte wordt vaak gedacht dat de haka alleen een oorlogsdans is. Haka’s worden bij allerlei gelegenheden uitgevoerd. Bijvoorbeeld bij een begrafenis. Maar ook op een trouwerij.

 

Neem deze: Een haka op je bruiloft?
De bruid is ontroerd, geen tranen van angst :)

Ik ben een voorstander van ‘uiting geven aan’. Je uiten. Ook in een team. Het wordt zoveel makkelijker als je weet hoe iemand denkt, wat iemands drijfveren zijn. Je krijgt zoveel meer grip op een situatie. Zoveel meer openheid en eerlijkheid en dat duurt het langst. Een tijdbom ontploft en verwoest. Nee, dan beter een haka!

Ook na de zomer zoeken we de dynamiek van groepen op en geeft Publieksmotivator workshops Groepsdynamica voor professionals die met (behandel)groepen werken.

Oh ja, begin juli voltrok ik een eerste huwelijk.
Deze trouwambtenaar – in dienst van de gemeente Rotterdam – wenst je een mooie zomer!

Foto Erasmusbrug © Publieksmotivator Ι Foto trouwambtenaar © John Corvers

Word jij opgemerkt in een groep?

Edith van Bommel

 

‘Je zou geen duivelser straf kunnen bedenken dan dat je iemand, als dat fysiek mogelijk was, op de samenleving zou loslaten en dat werkelijk niemand zijn bestaan zou opmerken’, schreef William James al in 1890. Liever, vele malen liever, vinden we bevestiging. Zéker in een groep.

Je kunt op verschillende manieren iemands bestaan onderschrijven. Bijvoorbeeld door een hartelijke glimlach (visueel), een handdruk (tactiel), of een sympathiebetuiging (auditief). Eenvoudig?

Maar dat de ene mens de ander in zijn totaliteit erkent, wordt echter maar zelden verwezenlijkt. Erkenning is eerder een kwestie van ‘in meerdere of mindere mate’. Een kwestie van ‘mits en maar’. Die collega is een prima dame, als ze maar niet … (bezwaar). Die collega is een prima vent, maar … (bezwaar).

Onder de loep genomen, erkenning bevat drie belangrijke basisthema’s (Schutz, 1975):

Inclusie (Significance) 
Meetellen, erbij te horen, serieus genomen worden. Een basiserkenning. Opgemerkt, gezien en geaccepteerd worden.  Het gevoel dat je van betekenis bent. Het gaat om erkenning dat je er bent.

Controle (Competence)
Invloed hebben, kunnen bepalen wat er gebeurt, greep hebben op de omstandigheden. Tot iets in staat zijn. Iets gedaan kunnen krijgen. Het gaat om erkenning voor wat je kunt. Je deskundigheid, je prestaties. Goed gevonden worden.

Affectie (Lovability)
Het gevoel van genegenheid. Beminnenswaardig, aardig, sympathiek gevonden worden. Gewaardeerd worden om wie je bent als persoon.

Hoe zit dat nu in groepen?

Inclusie betreft de grenzen van de groep: wie hoort erbij en wie niet? ‘Binnen of buiten’. En subtieler: welke aspecten van de persoon worden in deze groep geaccepteerd en welke niet?

Controle betreft de vragen: ‘Wie in deze groep is ‘ up’? Wie is ’down?’ Wie is leidend, wie is volgend? Thema’s als macht, gezag en invloed spelen hier een hoofdrol.

Affectie betreft het regelen van de onderlinge nabijheid en afstand, ‘dichtbij versus veraf’.  Het gaat om verbondenheid, sympathie-antipathie, intimiteit. Uiten groepsleden openlijk hun affectie? Word je gewaardeerd om wie je bent? Met andere woorden: kun je jezelf zijn in deze groep?

Als je een groep begeleidt, heb je de eer het overzicht te mogen aanschouwen. Je ziet het vaak al aan de opstelling: wie zit waar? In welke subgroepen valt de groep uiteen? Wie voert het hoogste woord? Wordt dat ook gepikt? Door wie dan? Door wie niet? Merk je iets van verbondenheid, warmte? Of afstandelijkheid en/of strijd? De mate van erkenning is – als je goed kijkt – af te lezen aan posities en non-verbaal gedrag.

‘Lastige’ figuren in de groep? Om welke erkenning schreeuwt deze persoon in wezen? Het antwoord geeft enorm veel rust. En een milde blik van jou als begeleider, die onomstotelijk positief effect heeft op het gedrag van de ‘lastige’.

Je zou geen grotere beloning kunnen bedenken dan dat je iemands bestaan opmerkt en zijn bijdrage – wat dat ook is – erkent.

Bron: Handboek Groepsdynamica. Een inleiding op theorie en praktijk  (Jan Remmerswaal)
Foto: fragment Boeren – Kazimir Malevich (Drents Museum Assen, 2015 )

Meer weten over erkenning in groepen?
Haal verfrissende én leerzame workshops Groepsdynamica in huis.
Teamcoach nodig?

‘Mooie workshops met lef! Dynamisch, ervaringsgericht met theoretische kapstokken.’
‘Krachtig, leerzaam, met andere blik leren kijken naar groepen.’
‘Ik ben mij bewuster van het feit, dat er veel dingen zijn die de groepsbehandeling beïnvloeden.’ 

Iets voor jullie organisatie? Bel: 06-36252483

Wat is jouw relatievoorstel?

Edith van Bommel

 

Er zijn tientallen manieren om iemand ten huwelijk te vragen. Alle berichten zullen ongeveer dezelfde inhoud hebben, maar op betrekkingsniveau (de manier waarop iets gezegd wordt) kunnen ze variëren van een romantisch verzoek of een luchtige suggestie, tot een noodgedwongen en zakelijke actie. ‘Wil je met me trouwen?’ klinkt dan bijvoorbeeld als: ‘We moeten trouwen, er zit niets anders op’.

Bekijken we het betrekkingsniveau wat specifieker, dan merken we dat het gaat om het uitzenden van meer boodschappen tegelijkertijd, die samen een relatievoorstel vormen:

‘Zo zie ik mezelf’ (zelf-omschrijving)
‘Zo zie ik jou’ (omschrijving van de ander)
‘Zo zie ik onze relatie’ (relatiedefinitie)

De ander kan het relatievoorstel aanvaarden, verwerpen of negeren. Bij aanvaarding of verwerping is de communicatie duidelijk. De kern van negeren is dat de ander de keuze vermijdt tussen aanvaarden of verwerpen van het relatievoorstel. Negeren doe je door gebruik te maken van diskwalificaties.

Een diskwalificatie is een techniek waarmee:

je iets kunt zeggen zonder het echt te zeggen,
je iets kunt ontkennen zonder echt nee te zeggen,
je met iemand van mening kunt verschillen zonder dit openlijk te zeggen.

Twaalf bekende diskwalificaties zijn:

  • Stilte (zwijgen)
  • Ontwijken (zoals over iets heel anders gaan praten)
  • Indirect reageren (zoals tegen een andere persoon gaan praten)
  • Generaliseren
  • Zijdelings reageren (slechts reageren op een onbelangrijk detail)
  • Ziektesymptomen voorwenden (plotseling hoofdpijn krijgen)
  • Zelfdiskwalificatie (onsamenhangend gaan praten)
  • Zinnen niet afmaken
  • Afwisselend spreken in de tegenwoordige en verleden tijd
  • Ontkenning (van niet-uitgesproken maar duidelijk gebleken gevoelens)
  • Humor
  • Verwarringen over de letterlijke en symbolische betekenis van woorden

Je mag toch hopen, dat bovenstaand dozijn gedragingen niet in beeld komt op het moment suprême. Uitgerekend het moment dat je oog in oog staat met een fris en fruitige trouwambtenaar, die jou vraagt: ‘Wat is daarop je antwoord?’

Ik heb ooit eens bruid horen zeggen: ‘Ik zal het proberen’. Die tekst werd helaas niet goedgekeurd, maar ik vond ‘m erg eerlijk. En dat is mijn relatievoorstel: wees maar eerlijk over jezelf, over de ander en over de communicatie die je wenst.

 

Bron: Begeleiden van groepen – Groepsdynamica in de praktijk (Jan Remmerswaal)
Foto: Detail Erasmusbrug, © Publieksmotivator

Teamcoach nodig?
Een workshop Groepsdynamica? 

Bel: 06-36252483
Of stuur je vraag via info@publieksmotivator.nl

 

Vechter, vluchter of manipulator?

Edith van Bommel

 

Mensen hebben bijna van nature de neiging om ongemakkelijke gevoelens te vermijden. Daartoe heeft ieder zijn favoriete manieren, die – mits je je niet ziek meldt – mee de werkvloer opgaan. Deze individuele mechanismen kunnen ook signalen zijn van groepsafweer.

We onderscheiden drie typen afweergedrag:

Vechtgedrag (fight defenses)
Motto: De aanval is de beste verdediging. Drie voorbeelden:

  • Strijd met de leider
    Het groepslid dat de machtsstrijd aangaat met de leider (rivaliseren, hak zetten), bewijst aan de groep hoeveel moed hij heeft, maar is wellicht op de vlucht voor een aspect van zijn eigen gedrag.
  • Cynisme
    Zichtbaar in voortdurende vragen, of  kritiek op groepsafspraken en doelen, in wantrouwen ten opzichte van persoonlijk gedrag en in aanvallen op groepsleden die sterker zijn.
  • Verhoor
    Het stellen van een stortvloed aan vragen om iets te bewijzen, zorgt dat anderen op hun hoede blijven. Als je de ander voortdurend uitvraagt, blijf je zelf uit de gevarenzone.

Vluchtgedrag (flight defenses)
Vijf manieren om een eerlijke, open en persoonlijke communicatie in de groep te vermijden:

  • Intellectualiseren
    Bijvoorbeeld het telkens geven van psychologische verklaringen. Koel, diagnostisch of interpreterend. Met een dergelijk toevluchtsoord kun je uren doorbrengen zonder ook maar één millimeter dichterbij te komen.
  • Generaliseren
    Blijven spreken in vage, algemene en onpersoonlijke termen.
  • Projectie
    Eigenschappen die men van zichzelf niet accepteert, toeschrijven aan een ander. Dikwijls in de vorm van een verwijt.
  • Rationalisatie
    Een poging om lastige ervaringen goed te praten met mooie argumenten in plaats van te kijken naar de werkelijke redenen.
  • Terugtrekken
    Letterlijk, opstaan en vertrekken, maar vaker door stilletjes te vervallen in eigen overpeinzingen. Soms zie je een hele groep stilvallen. Een andere vorm van zich terugtrekken is te zien in groepen die voortdurend praten over gebeurtenissen uit het verleden, in plaats van wat nu op tafel ligt.

Groepsmanipulatie (group manipulation defenses)
Iemand manipuleert andere teamleden om zichzelf te beschermen tegen een te persoonlijke
betrokkenheid of confrontatie. Drie voorbeelden:

  • Paarvorming (Pairing)
  • Rode Kruis-gedrag (Red-Crossing)
  • Alle ogen zijn gericht op Kwatta

Lees meer over groepsmanipulatie in Groepsmanipulatie, toch niet in ons team?

Inzichtgevende vragen

  1. Wie zijn de vechters, de vluchters en de manipulators in je team? Wat zijn hun drijfveren?
  2. Welke rol heb jij?
  3. Wat levert dit teamplaatje op? Valt er wat te veranderen? Wat moet er gebeuren?

Vechten en vluchten gaan samen. Een pasgeboren gans ontvlucht zijn benarde positie en vecht voor zijn leven in een moedige sprong. Duizelingwekkend én schrikbarend. Bekijk onderstaand filmpje alsjeblieft tot en mét het ongelooflijke einde. ‘A little dazed perhaps, but all in one piece!’

Soms moet je gewoon lef hebben.
Voor elke type afweergedrag op een andere manier.
De uitdaging is in alle gevallen: je rustige, eerlijke zelf tonen.

 

Villa Kakelbont, een team vol vechters? Iets te veel vluchters? Graag wat meer evenwicht? 
Deze teamcoach – opgeleid door het Europees Instituut, 30 jaar ervaring met groepen en teams – helpt je graag.

Neem voor teamcoaching, of workshops Groepsdynamica van een (behandel)groep contact op met: 06-36252483, of stel je vraag via info@publieksmotivator.nl

Wat klanten zeggen?

 

Bron: Begeleiden van groepen – Groepsdynamica in praktijk, Jan Remmerswaal

Waarom Spike de zaal wél meekrijgt

Edith van Bommel

 

Zondag 17 januari was het zover, aflevering 1 van een nieuwe reeks Maestro. In dit tv-programma (AVROTROS) verschijnen BN-ers op de dirigentenbok, in hun poging beroepsmusici muzikaal aan te jagen. Ik blijf me bescheuren. Het is zichtbaar én komisch wat er gebeurt met het tempo van een heel orkest, als je als leidinggevende ook maar één nuance aanbrengt in je non-verbale gedrag. In positieve zin, dan heb je acuut succes. Sla je (de plank) mis, dan ga je ter plekke af. René Froger had in die zin een minder fijne avond. Spike werd winnaar in 2014.

Wat Spike (gitarist Di-rect) doet, kun jij ook, als je een groep begeleidt of leidinggeeft:

  • Hij komt goedgemutst en energiek binnen: ‘Hoi!’
  • Hij maakt meteen contact, hij schudt handen.
  • Hij maakt met allen contact: oogcontact.
  • Hij geeft zijn musici de kans zich te positioneren: hij nodigt het koor uit te gaan staan.
  • Hij zorgt voor gezamenlijke concentratie, hij bezint eer hij begint.
  • Hij voert zijn taak met verve uit en geeft alles wat hij heeft.
  • Hij zorgt voor een lach op de gezichten. Bij hemzelf, bij zijn orkest (lees: medewerkers) en bij de toehoorders (lees: klanten). Ze werken intens én hebben lol!

Het is één geheel en dat lijkt simpel, maar je krijgt het niet zomaar! Dat weergaloze warmhartigheid in je voordeel werkt, staat vast.

Eens kijken hoe Spike de zaal meekrijgt? Speaker op luid. Volle borst?
Start 0.35-3.35 (fragment drie minuten). Met commentaar jury t/m 6.12 min.

 

 

Wie wil dat nou niet, volle overgave? ‘Of course it’s ten points!’ Ik wens je dat toe, dat je tot je recht komt. Dat je ten volle leiding kunt geven aan je leven en werk. Overgave begint bij jezelf. Als je met volle overgave je werk uitvoert, krijg je anderen mee.

Wel erg alleen als leidinggevende op zo’n bok? Steuntje in de rug nodig? Publieksmotivator helpt je graag: als teamcoach, met een training of een workshopBel gerust: 06-36252483

Tekening: fragment van afbeelding – site Pixabay

Achterwaartse duwtechnieken? Hoe pak jij weerstand aan?

Edith van Bommel

 

Wat we lastig vinden? Onder-gedrag. Zeker als hulpverlener. Dat kan toch niet!
Want ik ben deskundig. Ik weet het. Doe wat ik zeg. Boven-gedrag, leidinggevend.
Versus: Ik kan het (kennelijk) niet alleen – zou je mij willen helpen? Onder-gedrag, volgzaam.

Jos Burgers spreekt van sukkel-zinnen (De wet van Snuf). Dat zijn zinnen waar je altijd sukkel! achter kunt zetten, maar uit respect doe je dat niet. Je weet toch dat bewegen goed is voor je gezondheid (sukkel)? Ongemerkt plaats je jezelf in boven-gedrag en werk je weerstand in de hand.

Wat we ook lastig vinden? Werkelijk meebewegen. Want, oh help, straks gaat de ander met mij aan de haal! En ik was toch de zorgverlener? De alwetende? De al-oplossende? Bovendien, ik moet mijn targets binnenslepen.

De ander wil best meebewegen. Maar de ander wil eerst gehoord worden. 
Hoor mij! Het gaat er niet om dat ik (met mijn – ja, ik weet het – te zware gewicht) niet uit mijn stoel wil. Ik heb er – sinds mijn ziekte – de pest in. Ik loop, zit en sta niet meer zoals ik altijd deed. En zolang ik daarmee zit, sta ik niet op. Snap je? Hoor je mij eigenlijk wel écht?

Weerstand is een spanningsveld tussen angst en wens, een vorm van energie. Het gaat erom deze energie positief te mobiliseren. Weerstand is ook een signaal van betrokkenheid. Onderlinge wensen of zorgen steken de kop op. De onderliggende wens of zorg op tafel krijgen en daarbij stilstaan, is al een mooie (mee)beweging.

Uit onze trainingen Effectief communiceren bij weerstand blijkt telkens weer dat je als zorgverlener (hoe begrijpelijk!) al gauw een tandje te hard loopt. Dat die intentie (targets!) op je voorhoofd staat. Dat de ander zich met een dergelijke luisterhouding vaak nét niet gehoord en gezien weet in het meest essentiële, daar waar de weerstand zijn oorsprong heeft.


Tips

Doe eens niets. Zit gewoon eens naast de ander. Laat je vakmanschap even voor wat het is. Geen tijd voor? Vijf minuten echte aandacht (zonder: Ja, maar u moet natuurlijk wel …) levert vaak zóveel op, dat getrek en geduw niet meer nodig is. Bovendien ontspant het ook jezelf. Een ontspannen zorgverlener werkt aanstekelijk en motiverend.

Zou je zelf zin hebben in je advies? Stel je eens werkelijk voor hoe het is voor die ander, met zwaargewicht (in alle opzichten) zittend in die stoel. Wat betekent je advies eigenlijk voor hem of haar?

Wees eens je eigen advocaat van de duivel. Sabel je advies neer. Maak de anti-redenen groot. Mega-groot. Vertel hoe heerlijk het is alleen nog maar in die stoel te blijven zitten. Waarschijnlijk begint de ander na een korte verademing tegen te sputteren: Dat hoeft nou ook weer niet …! Om vervolgens mogelijk met een alternatief te komen.

Ben je bewust van alle keren dat je als zorgverlener onbedoeld tegenwerkt, door:
te confronteren
voorstellen te doen
te overtuigen (van eigen gelijk)
(te hoge) verwachtingen uit te spreken
sancties in het vooruitzicht te stellen (die overigens ook motiverend kunnen zijn)

Kijk eens naar dit filmpje. Hoe hou jij een weerbarstige bal rollend? Achterwaartse duwtechniek? Kop in het zand? Hoge(re) bomen vangen veel wind?

 

Werk je met (behandel)groepen en worstel je met de groepsdynamiek? Lastig gedrag?
Haal de workshops Groepsdynamica van een behandelgroep in huis.

Bel: 06-36252483

Of stuur je bericht via deze link.

 

Ego of ziel?

Edith van Bommel

 

Als er iets ergs gebeurt, verandert onze focus onmiddellijk. Je was aan het tobben over een besluit, in strijd met een collega, aan het neuzelen over cijfers en geld en ineens komt je wereld in een totaal ander daglicht te staan. Je eerdere halszaak verbleekt.

Als er iets ergs gebeurt dat ons gezamenlijk treft, verstomt ons ego, werken we samen. Wat mooi. En wat gek ook. Pijn verbroedert.

Zou het helpen als we ons die pijn op voorhand al eens voorstellen? Als we iets niet pas koesteren als we het kwijt zijn, maar koesteren middenin de – eventueel ongemakkelijke – situatie?  Ik denk van wel. Dat wil niet zeggen dat ik pleit voor een dagelijkse, treurig-onheilspellende blik naar buiten! Het gaat om anders kijken. Andere gedachten. Andere antwoorden.

Deze uitspraak kwam ik tegen: De ziel is mijn binnenste antwoord.

De stem van de ziel komt uit een diepere bron en is zacht. Er is rust voor nodig om de stem te horen. In de stilte spreekt zij. Meestal met één eenvoudige zin. Vanuit vertrouwen. Een klinkende constatering van hoe het is of wat je te doen staat. De stem van de ziel gaat gepaard met rust of met berusting. De ziel houdt van eenvoud.

De stem van ons ego is vaak luid en duidelijk aanwezig. Argumenteert. Is zorgelijk, rent voorbij, kijkt verwijtend of met spijt naar het verleden. De stem van ons ego is bezig met belangen, met overleven, met onrust en hectiek. Onze ego-stem komt niet uit de diepte, maar huist in onze gedachten.

Ik geloof in de kracht van milde gedachten. Over jezelf, maar zeker ook over de ander. Milde gedachten werken verzachtend. Milde gedachten schelen strijd. En dus tijd.

Balsemen betekent onder andere: verzachten. Wat ego-verkleinende balsem voor de ziel? Ofwel tips voor het oefenen van een milde blik:

  1. Dankbaarheid. Koesteren wat je hebt, koesteren wat je had.
  2. Mededogen. Met jezelf en anderen. Met wat jou overkomt. Met wat anderen overkomt.
  3. De kunst van de innerlijke glimlach. Plezier is goed voor de ziel en gezond voor je lichaam.
  4. Het vermogen om te luisteren. Om te beginnen naar jezelf. Naar je lichaam. Naar anderen.
  5. Kunst. Iets – met aandacht – creëren is goed voor de ziel. Iets maken. Iets bakken.
  6. Huilen. Niet bang zijn voor emoties.
  7. Niets doen. Zijn. Doet wonderen.

Een andere kijk op je (behandel)groep?
Haal een workshop Groepsdynamica in huis.

Meer weten? Bel: 06-36252483.

Foto: In La Città – 1924 (Gerrit van Blaaderen, Singer Museum, Laren)
Inspiratiebron en aanrader: Dagboek van de Ziel (Bertie Hendriks)

Hoe krijg ik grip op die groep?

Edith van Bommel

 

Goed voorbereid. Kennis van zaken. Zin an. Je denkt het en je roept het ook: ‘Hóp, hóp, hóp!’ Maar in plaats van een actief-dynamische reactie, staart je groep je met de armen over elkaar stoïcijns aan. Hoezo hop, hop, hop? De moed zakt je ter plekke in de schoenen. Hoe krijg ik die groep in ’s hemelsnaam in beweging? Die groep gaat nu al met mij aan de haal!

Er komen steeds meer groepsbehandelingen. De zorg verandert. Diagnose-gebonden teams, multidisciplinair. Dat valt lang niet altijd mee, als je gewend bent een-op-een-behandelingen te geven.

Bovendien komt je vak-expertise op de achtergrond. Je hebt immers je handen vol aan de groepsbegeleiding. Er gebeurt van alles: een negatieveling, die de rest meetrekt. Een allesbepalende figuur: ‘Nee, zo gaan we dat niet doen’. Een lijdzame stille. Waarop – en vooral hoe – moet je nu reageren?

Hoe haal je het maximale rendement uit de bijeenkomst, juist omdát het een groep is? Ik zeg: wees niet bang voor die groepsdynamiek, gebruik ‘m. Leg ‘m bloot.

Als je met groepen werkt, realiseer je om te beginnen eens het volgende:

Mensen gedragen zich anders in groepen. Een-op-een zag je iemands ware aard, in de groep loopt diezelfde persoon met de meute mee, heeft ineens geen mening meer, verschuilt zich achter grapjes en/of een bondje.

Een groep versterkt wat er leeft: in positieve of negatieve zin. Het valt niet mee om kleur te blijven bekennen als de meerderheid wat anders vindt. Of lijkt te vinden. Buiten de boot vallen is een basale levensangst die we liever niet ervaren. Stevige klagers trekken de (sfeer van de) groep naar beneden. Aan optimisten trekt de groep zich op.

Groepsdynamica begint al vóór een bijeenkomst. Je zit op de fiets en je denkt en voelt al van alles over die bijeenkomst. Bijvoorbeeld: ‘Oh, als het maar niet weer zo lang duurt. Tijdrovend, dat gemuts over die protocollen …’ Of:  ‘Vandaag hou ik mijn mond. Er wordt toch niet naar me geluisterd.’

Groepsdynamica vindt plaats tijdens de bijeenkomst, maar ook op plekken waar je er géén zicht op hebt. Bij de koffieautomaat, bijvoorbeeld. Dáár wordt contact gemaakt of juist gemeden. De dynamiek van een groep werkt ook door ná de bijeenkomst.

In een groep komt alles in veelvoud op tafel. Er is namelijk niet één gesprekspartner, maar er zitten er bijvoorbeeld vijftien. Vijftien verschillende persoonlijkheden. Vijftien innerlijke belevingswerelden. Vijftien andere levenstempo’s. Vijftien verschillende communicatiestijlen én leerstijlen. Vijftien setjes eigen-aardigheden. Goe-de-mor-gen. En jij wilde graag hóp, hóp, hóp aan de slag …?

Een eenvoudig inzicht dat helpt:

Elke groep functioneert tegelijkertijd op twee niveaus:
Op taakniveau, dat verwijst naar de inhoud van de groepsactiviteit. En op sociaal-emotioneel niveau, dat verwijst naar de manier waarop men met elkaar omgaat tijdens de taak. De tweedeling is een centraal thema in de groepsdynamica (Remmerswaal). Aan de kwaliteit van de niveaus herken je succesvolle groepen en teams.

Het brommen in een groep (in de vorm van gemompel tegen de buurman), is altijd terug te voeren naar deze twee niveaus. Stel om te beginnen daar je vragen over. Wel erg simpel, zou je kunnen denken. Maar doe het eens.

Bijvoorbeeld: Waar gaat het hier mis? Is het om te beginnen het takenplaatje (te veel, te weinig, te onduidelijk, niet nuttig, the wrong persons on the wrong job, etc.)? Of is het om te beginnen het gevoel (niet veilig, hiërarchie, onbekend, andere werkculturen gewend, dominantie, etc.)? Bij een oprechte vraag krijg je ongetwijfeld een oprecht antwoord. En daarmee een belangrijk handvat.

Nog wat voorbeelden:

Taakniveau 
Is de taak jullie eigenlijk duidelijk? Staan jullie achter je taak?
Wat is precies het doel van deze bijeenkomsten? Kunnen jullie je in het doel vinden?
Wat is onze werkwijze? Werkt-ie?
Hoeveel tijd hebben we? Passen de taken in de gegeven tijd? Moet het te snel? Gaat het te langzaam?
Zijn er regels? Zijn de regels duidelijk? Hoe bevallen de regels jullie? Etc.

Sociaal-emotioneel niveau 
Ben je als deelnemer hier uit vrije wil, of ben je ‘op de lijst gezet’? Hoe staat het met je motivatie?
Hoe kijk je tegen deze bijeenkomsten aan (verwachtingen)?
In hoeverre ken je je groepsgenoten? Wat maken de anderen voor een indruk op je?
Voel je je op je gemak in deze setting?
In hoeverre kun je jezelf zijn hier? Etc.

Ik wens je helderheid, plezier én grip op de groep die je begeleidt!

Meer grip op je groep?

Haal een workshop Groepsdynamica in huis!

Bel: 06-36252483.
Of meld je aan per e-mail: Workshop Groepsdynamica

 

Wat klanten over Publieksmotivator zeggen, lees je hier.

Illustratie: EvB, Buitenkunst 2015

Wat vertelt een lege stoel over je team?

Edith van Bommel

 

Op de werkvloer – én daarbuiten – hebben we allemaal regelmatig te maken met een lege stoel. Een collega is (langdurig) ziek. Een collega is zwanger. Een collega is ontslagen of uit eigen beweging van baan veranderd. Een collega is met pensioen. Een collega is (plotseling) overleden. Vroeg of laat wissel je van plek en neemt iemand anders je stoel in bezit.

Als iemand er niet (meer) is, dan is diens plek, rol en bijdrage, voelbaarder dan ooit. Het is alsof ook hier de kunst van het weglaten zijn werk doet: helderheid scheppen. Pijnlijke helderheid, ook. Wat nu? Kunnen wij wel verder zonder deze persoon? Hoe wordt de taakverdeling? Wie wordt de volgende die gaat? Denk alleen al aan ontslag. We worden wat onzeker.

Als je een team begeleidt, kan een lege stoel een keerpunt zijn. Een lege stoel roept belangrijke gevoelens op, die spannend zijn om te uiten. Als je bij de stoel stilstaat, komen er essentiële zaken op tafel die je in de verste verte niet gedacht had. Ware aard. Er is namelijk geen weerwoord. De ander is veelzeggend afwezig.

Enkele voorbeelden van gedachten van teamleden over de afwezige:
‘Hé, mijn maatje is er niet! Ongezellig, kaal …’
‘Oei, onze kartrekker laat het afweten. Wat nu?’
‘Verdorie! Uitgerekend nu is-ie er (weer) niet. Ja, hoor! Wie kan het weer opknappen …?!’
‘Gelukkig, geen aartsrivaal vandaag. Ik hoef eens niet op de punt van mijn stoel te zitten. Heerlijk!’
‘Er zal toch niks ergs zijn …?’

En wat denkt de (tijdelijk) afwezige zelf?
‘Verdorie! Gaat het door zonder mij! Wat mis ik wel niet?! Straks hoor ik er niet meer bij …’
‘Wat zullen ze van me denken? Ze zullen me toch niet zat zijn? Zouden ze over me praten …?’
‘Ik voel me schuldig.’
‘Eigenlijk heel lekker, even uit die werkstress.’
‘Ze zoeken het maar uit.’

Net als bij stiltes, die we liever niet laten vallen, bezetten we een lege stoel het liefst weer snel. Terwijl juist in de stilte wijsheid zit – antwoorden die als vanzelf bovendrijven. Een lege stoel biedt ook wijsheid en inzicht in teampatronen. Wat hangt met wat en wie met wie samen? Is alles wat het lijkt? Of valt ineens die spontane woede op, als iemand niet op komt dagen? Bundelt men de krachten en wordt men ter plekke alsnog een team? Of lijkt dat even zo …?

Hoe dan ook, stilstaan bij lege stoelen is zeer inzicht-gevend en soms zelfs doorslaggevend. Iemand is het zat. Iemand barst in tranen uit. Iemand hakt een knoop door. Een lege stoel spreekt boekdelen.

Een lege stoel brengt de mate van erkenning in beeld. Erkenning heeft drie basisthema’s:

Inclusie               
Het gaat bij inclusie om het gevoel  mee te tellen, erbij te horen, serieus genomen te worden. Een basiserkenning. Dat je opgemerkt en geaccepteerd wordt. Erkenning voor het feit dat je er bent. Het gevoel dat je welkom bent, belangrijk bent en betekenis hebt voor anderen (significance).

Controle
Bij controle gaat het om de behoefte aan invloed, bepalen, greep hebben. Iets kunnen presteren, iets gedaan krijgen.  Het gaat om erkenning voor wat je kunt (competentie). Ofwel de vraag om goed gevonden te worden.

Affectie                             
Bij affectie gaat het om de vraag naar genegenheid (loveability). Het gevoel aardig of sympathiek gevonden te worden en gewaardeerd te worden om wie je bent als persoon.

Tel jij mee?
Heb je invloed?
Word je gewaardeerd als persoon?

Ik hoop van harte dat je collega’s je – op een positieve manier – missen als jouw stoel leeg is. Dat ze blij zijn als je terugkomt. Dat ze dat ook eens uitspreken als je er wél bent.

Ik wens je een heerlijke nazomer. En een fijne stoel!

Je mening nu eens niet onder stoelen of banken steken? Hulp nodig? 

Deze teamcoach – dertig jaar ervaring met groepen en teams, opgeleid door het Europees Instituut – werkt verhelderend. 

Bel 06-36252483 en stel gerust je vraag.

Begeleid je groepen of teams? Kun je wel wat hulp gebruiken?
Haal een inzichtgevende workshop Groepsdynamica in huis.

Bron: Begeleiden van groepen – Groepsdynamica in de praktijk (Jan Remmerswaal)
Foto boven: fragment van Seance 2014, aquarel (Herman Kuypers – www.hermankuypers.nl)

 

Unfinished business? Maak jij vandaag het (team)werk af?

Edith van Bommel

 

Wat is dat fijn, stratenmaker zijn. Je legt de straat open. Je haalt eruit wat oud is. Je zet erin wat nieuw is. Her en der wat wijzigingen: de stoep verbreed, de weg versmald. Minder ruimte voor scheurneuzen en andere jakkeraars. Meer plek voor wandelaars, al dan niet met kind of hond. Alles volgens plan. En het resultaat? Opgeruimd staat netjes. Een frisse, nieuwe aanblik, om (opnieuw) van te genieten. Heerlijk concreet.

Nee, dan een team coachen. Het zijn geen bakstenen, je materiaal. Geen berg zand … hoewel? Een bulldozer is meestal ook niet echt handig. Er moet gewerkt worden op een heel andere manier. Mensen laten zich niet uit de grond tikken, dan wel inmetselen. Maar wacht even, laten we het aanleggen van een straat – hoe symbolisch ook, zo’n weg – niet romantiseren. Wat dacht je van:

  • een aantal weken fysiek noeste arbeid
  • in (regen)weer & (tegen)wind
  • lawaai en onrust in de hele omtrek: gedender, gebulder, gedril én een gillende radio
  • overal zand, dus ook in huis
  • wekenlang een afgesloten straat voor verkeer en parkeer

Leggen we teamcoaching eens naast deze stratenmakerij:

  • een aantal weken innerlijke arbeid, stevige gesprekken, confronterende oefeningen
  • wellicht binnen, maar niet verstoken van menselijk weerbericht: gemoedstoestanden, emoties
  • meestal weinig lawaai, maar vaak veel (onderhuidse) onrust
  • los zand, op weg naar stevigheid
  • wekenlang ‘in quarantaine’, blik op (oude) stenen op magen

Verdacht veel overeenkomst, niet?

Coachingssessies en trajecten lijken, in tegenstelling tot het herstellen van een straat, vaak wat ‘onaf’, omdat ze onderdeel zijn van een leerproces dat doorgaat. De tijd is op, maar de leerschool niet. Soms begint het echte werk pas ná de hulp, of de bom barst alsnog. Een bom die barst, dat betekent: ‘het geheim wordt onthuld’, ‘datgene waar we bang voor waren, gebeurt’. Of ‘onderdrukte gevoelens komen ineens tot uitbarsting’ (bron: Genootschap Onze Taal). Altijd goed. Wat eruit moet, moet eruit. Als de tijd rijp is. Een bom heeft tijd nodig. Een tijd-bom, op weg naar gezonde communicatie.

Hoe communiceer jij? Twee bouwstenen:

  1. Wat draag jij bij aan het in stand houden van je huidige teamsituatie?
  2. Klaag je? Geef je feedback aan de persoon op de plek waar het hoort? Geen feedback? Niet klagen.

Tot slot: ‘Onze diepste angst is niet dat we onmachtig zouden zijn. Onze diepste angst betreft juist onze niet te meten kracht’ (inauguratie Mandela, 1994). Bundel je krachten. Om te beginnen in jezelf. Is het hele team een te grote stap? Bundel je krachten alvast eens met enkele collega’s, bij voorkeur de meestal stillen. Unfinished business? Start vandaag met het echte werk, met jouw aandeel. Je hebt wel degelijk invloed.

Liever geen tijdbom onder je team? Steen en been klagen helpt niet?
Teamcoach nodig? Bel gerust, 06-36252483. Of stuur je vraag: info@publieksmotivator.nl

“Edith is een steengoede luisteraar en vragensteller, dat merk je onmiddellijk als je met haar praat.
Zij verstaat de kunst om heel precies en expliciet te benoemen wat het geval is.” 
Kiki Verbeek, filosofe, neerlandicus, theatermaker – Glashelderverhaal